Dakjjim
1 mooie braadkip
100 gr rijstnoedels
50 ml sojasaus
50 ml oestersaus
50 ml rijstsiroop
1 el donkerbruine suiker
3 aardappelen
1 wortel
1 kleine komkommer
1 ajuin
1 rood pepertje (mag gedroogd zijn)
250 gr champignons, of een handvol droge shii-take's.
2 el olie
rode paprika
enkele pijpajuintjes
1 teentje knoflook
2 cm gember
1 el witte peper
sesamolie
1 el sesamzaadjes
Snijd zoveel mogelijk vlees van de kip, en verdeel het in hapklare blokjes.
Spoel het vlees in koud water, en laat het uitlekken.
Laat de noedels een tijdje weken in koud water, en ook de droge paddestoelen als je die gebruikt.
Maak intussen de saus: meng de sojasaus, oestersaus, rijstsiroop en suiker in een kommetje.
Schil de aardappelen en snijd ze in blokjes van ongeveer 3 cm.
Snijd de wortel, de ajuin en de champignons in schijfjes, en de paprika en komkommer in stukjes.
Hak de pepertjes fijn. Eentje is voor de meesten onder ons wel voldoende, maar meer mag als je durft.
Snijd de pijpajuin in de lengte in lange smalle reepjes.
Verhit een wok of hapjespan met de olie. Stoof hierin de fijngehakte pepertjes even aan. Vis ze daarna er weer uit, en gebruik de gepeperde olie om de kippenblokjes aan te braden. Laat ze voorzichtig aan alle kanten een kleurtje krijgen gedurende een tiental minuutjes.
Hak intussen knoflook en gember fijn. Voeg ze toe aan de kip en roer goed door.
Doe dan de aardappelen, de saus en ongeveer een halve liter water erbij. Laat ongeveer 10 minuten goed koken met het deksel op de pan.
Voeg wortel en ajuin toe en laat nog eens 10 minuten koken, maar nu zonder deksel.
Dan mogen de noedels, de paprika, de champignons en de komkommer erbij.
Laat nog enkele minuten doorkoken terwijl je blijft roeren, tot het kookvocht begint in te dikken, en de noedels doorschijnend worden.
Bestrooi met versgemalen peper en de sesamolie. Roer nog eens goed door.
Serveer in een mooie schotel, en werk af met de pijpajuin en sesamzaadjes, en geef er rijst en kimchi bij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten