We blijven in ons kot in deze vreemde periode, maar dat belet ons niet om op reis te gaan in de keuken. Vandaag trekken we naar het westen van Afrika, en meer bepaald naar Senegal.
We maken kip met een pikante pindasaus. Dit is een traditioneel Afrikaans gerecht, dus je moet de ingrediënten niet afwegen op een weegschaaltje, maar je kan ze gerust aanpassen aan je eigen smaak of aan de inhoud van je koelkast. Wortel, knolselder en aardappel kan je vervangen of aanvullen met andere knolletjes als je die hebt. Gebruik bijvoorbeeld raapjes, yakon, zoete aardappel of maniok.
Kip mafé
1 mooie braadkip
Arachideolie
1 grote ajuin
4 teentjes knoflook
1 klein blikje tomatenpuree
2 el sojasaus
100 gr pindakaas
1 pikant pepertje (of meer als je daarvan houdt)
1 kwart van een kleine witte kool
1 rode paprika
2 flinke wortelen
4 aardappelen
Peper, zout, paprikapoeder en eventueel cayennepeper
Enkele pindanootjes voor de afwerking, bij voorkeur ongezouten
Snipper de ajuinen en snijd de andere groenten in hapklare stukken.
Hak het pepertje zo klein als je kan.
Verdeel de kip in porties. Kruid ze met peper en zout en paprikapoeder.
Verwarm een scheutje olie en braad de kip een paar minuutjes langs alle kanten aan.
Haal de kip uit de pan en zet even opzij.
Doe nu de gesnipperde ajuin in de pan en laat deze op een zachter vuurtje glazig worden.
Pers de teentjes knoflook boven de pan en laat even de geur vrijkomen.
Voeg tomatenpuree en sojasaus toe en laat even karameliseren.
Voeg dan de pindakaas en het pepertje toe.
Giet er langzaam een scheutje water bij tot alle aanbaksels losgekomen zijn en je een dik-vloeibare saus hebt.
Doe nu de kip en alle groenten in de pan en laat nog 35 tot 40 minuten sudderen, tot de kip en alle groenten gaar zijn.
Breng indien nodig nog op smaak met peper en zout, en cayennepeper voor de liefhebbers.
Bestrooi met de pindanootjes en serveer met witte rijst, of rijst met groene kruiden zoals wij deden.
