En sinds kort staat het ook in mijn eigen boekenkast. De recepten zijn nog even actueel als toen en zijn de inspiratie voor deze blog. Maar zoals altijd heb ik er wel mijn eigen versie van gemaakt.
Frango Piri-Piri
1 hele kip2 scherpe pepertjes (of meer of minder naargelang de scherpte van de pepertjes, en de hittebestendigheid van je verhemelte)
1 kl tijm
enkele blaadjes basilicum
2 teentjes knoflook
50ml witte wijn
50 ml olijfolie
het sap van een halve citroen
peper en zout
enkele paprika's
Meng alle kruiden met de wijn, sap en olie in de vijzel of met een blender. Ideaal is het als je dit een of twee dagen van tevoren doet, en het mengsel zo lang in de koelkast laat rusten, zodat de smaken goed kunnen versmelten.
Neem de kip en snijd ze aan de rugkant open. Druk ze met de handen open, en maak ze zo plat mogelijk. Leg er dan een plank op en zet hierop een gezicht (bijv. een kom met water.) Laat de kip zo een uurtje liggen, tot ze mooi plat blijft.
Als de kip goed plat is, smeer ze dan langs alle kanten, vanbinnen en vanbuiten, in met het kruidenmengsel.
Leg ze dan op de barbecue of onder de hete grill. Braad eerst de velkant en keer ze dan om. Verlaag na een tijdje de temperatuur, of zet de kip wat verder van de grill, zodat ze kan garen zonder te verbranden. Smeer ze af en toe nog eens in met de rest van het kruidenmengsel, zodat ze zeker niet uitdroogt.
Laat intussen de kip verder bakken tot ze helemaal gaar is. Als je erin prikt, moet het vocht dat eruit komt helemaal helder zijn.
Serveer de kip met de paprika en witte rijst. En denk eraan het kan (en moet) pikant zijn.